Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hen: De koningen [30]der volken [31]heersen over hen; en die macht over hen hebben, worden [32]weldadige [heren] genaamd. 30. Of der heidenen. 31. Dat is, hebben en gebruiken wereldse macht, welke hier den kerkdienaars verboden wordt; 1 Petr.5:3. 32. Of, gelijk men nu spreekt, genadige heren; dat is, hun worden grote titels toegeschreven.